Als het proces tegen de Haagse oud-wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui schadelijk is voor de lokale politiek, is dat de schuld van henzelf, niet van het Openbaar Ministerie. Dat heeft de advocaat-generaal van het OM woensdag gezegd, op de slotdag van het hoger beroep rond de twee.

De Mos en Guernaoui zijn fractievoorzitter en gemeenteraadslid van Hart voor Den Haag, de grootste partij in de stad. Ze worden verdacht van corruptie. Als wethouders zouden ze giften hebben gekregen van bevriende ondernemers, en in ruil daarvoor zouden ze de ondernemers hebben geholpen, bijvoorbeeld met vergunningen. De rechtbank in Rotterdam sprak ze daar vorig jaar volledig van vrij.

Volgens het OM is er op zich niets mis met donaties aan een partij, maar wordt het anders wanneer de donateur in ruil daarvoor iets verwacht en wanneer de ontvanger daardoor iets doet. "Vanwege hun gedragingen heeft het Openbaar Ministerie strafvervolging moeten instellen. Het OM kan verdenkingen van ambtelijke omkoping niet negeren."

Donaties

Vanwege de verdenkingen doorzochten rechercheurs in oktober 2019 de werkkamers en woningen van De Mos en Guernaoui. Zij waren toen nog wethouder, maar traden af. "Een rechter-commissaris heeft geoordeeld dat er voldoende verdenkingen waren voor een doorzoeking en inbeslagname. Dat dit bij hoge bomen gevolgen kan hebben, is soms onvermijdelijk, maar dit komt niet op het conto van het OM", zei de advocaat-generaal.

De donaties kwamen onder anderen van de broers Atilla en Erdinç Akyol, eigenaren van het zalencentrum Opera in Den Haag. Daarover zegt het OM: "Natuurlijk mag Atilla groot op een billboard. Natuurlijk mag zijn naam op een campagnebus. Natuurlijk mag hij ideeën aandragen. Maar dat neemt niet weg dat hij ook nadrukkelijk oog had voor zijn eigen onderneming, waarvoor hij een nachtontheffing nodig had."

Hoger beroep

Het OM heeft in hoger beroep een voorwaardelijke celstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uur geëist tegen De Mos. Ook willen de aanklagers een boete van 10.000 euro en een ambtsverbod van vier jaar voor hem. Tegen Guernaoui en vijf ondernemers zijn ook voorwaardelijke celstraffen, werkstraffen en geldboetes geëist.

Het is nog niet bekend wanneer het gerechtshof uitspraak doet.